Bonaire,
een tropisch avontuurtje

 In september zijn we met ons negenen te weten, Peter, Ingrid,  Nicole, Minet, Paul, Joop, Riet en ondergetekende, voor 16 dagen naar het Caribische gebied vertrokken voor een duikvakantie. De keuze van onze bestemming was unaniem, Bonaire. Om het dit jaar maar eens anders te gaan doen, hebben we besloten niet te gaan bootduiken, maar te gaan kantduiken. Met een keuze van meer dan 50 duikstekken, moet dat geen probleem zijn.


We hadden een appartement geboekt bij het Buddy Dive Resort. Van hier uit konden we met een gehuurde auto de duikstekken van Bonaire bezoeken, maar ook op het huisrif zoveel duiken maken als we maar wilden. Behalve duiken wilden we ook het eiland gaan bekijken. Aangezien Bonaire niet groot is, moest dat wel lukken tijdens deze vakantie.



De volgende dag

Voordat het duiken kon gaan beginnen moesten er eerst een aantal formaliteiten worden afgewerkt logboeken, brevetten, en een check dive. Om toegang tot het marine park te krijgen, en dat is de gehele kust van Bonaire tot een diepte van 60 meter, moest er een toegangsprijs van $10 worden betaald. Het geld zou naar een goed doel gaan. Duiken in het Marine Park hield in dat je geen handschoenen tijdens het duiken mag dragen, niet mag speervissen, geen koraal mag meenemen en nergens op mag gaan staan of zitten. En zo zijn er nog een aantal verboden.
Tijdens een briefing werd uitgelegd waar het mogelijk was te gaan kantduiken en waar je niet mag komen, omdat het niet vanaf de kant is te bereiken of beschermd gebied is. De duikstekken van het eiland staan op een overzichtelijke kaart, maar iedere duikstek staat met naam genoemd op een grote gele steen, kan dus niet missen. Ook werd verteld dat tijdens de storm van november 1999, met name op de ondiepere delen schade is aangericht. Ook zijn er echter duikstekken die bijna geheel zijn verwoest.
Er was genoeg gepraat vonden we, het was tijd voor duiken. Voor het eerst plonsden we in het zilte nat van de Caribische zee. Alleen het zicht en de temperatuur was al een genot. We doken naar het rif op zoek naar leven. Leven was er genoeg murenen, snappers, lipvissen, juffertjes en koffervissen. Noem maar op het zit er allemaal. Opvallend veel hardkoralen. Tijdens de eerste duik hadden we gelijk kennismaking met een schildpad en een Queen Anglefish  



Een zonsondergang duik op Buddy Reef

De meeste duiken hebben we gemaakt op Buddy Reef, het huisrif van ons appartement. Van alle gemakken voorzien kan je hier zoveel duiken als je maar wilt. Via een steiger plons je zonder enige moeite zo in het zilte nat van de Caribische Zee. Op ongeveer 50 meter uit de kant begint het rif op ongeveer 10 meter diepte. Dit rif loopt door naar een diepte van ongeveer 40 meter en daar begint een grote kale zandvlakte.
Op het rif is het een drukte van jewelste, overal leeft het. Op hersenkoraal, welk dienst doet als poetsstation, wachten kleurige poetsvisjes op hun klanten. En weldra verschijnt er een lipvis. De poetsvisjes beginnen de opengesperde bek een grondige schoonmaakbeurt te geven. Zo gauw het poetsvisje klaar is vertrekt de lipvis weer. Een eindje verder ligt bewegingsloos op het zand een hagedisvis. Om hem heen zwemmen kleine koffervisjes die voedsel van het koraal pikken. Met het parmantige lijfje fladdert hij over het rif. Zijn grotere broertje de koevis, is in conclaaf met een soortgenoot. Het is moeilijk te onderscheiden of ze met elkaar in strijdt zijn of dat ze elkaar liefhebben. Terwijl ze achter elkaar aan het vangen zijn verschieten ze van kleur,  eerst blauw en dan groen.
Langzaam gaat de zon onder en dat is ook op het rif te merken. Kleine visjes als rifbaarzen en juffertjes zoeken een plekje op het rif en de papegaaivis zoekt ook een slaapplek. Als eerste zien we enkele snappers die de hele duik bij ons blijven. Murenen worden actief, en beginnen rond te zwemmen. Zeer veel indruk heeft op ons gemaakt de grote zilveren visselijf van de tarpon. Terwijl we met onze lampen over het rif schenen, gingen de tarpons in het licht van onze lampen jagen. Daar bleven ze totdat we het water verlieten.  



Blauwblauw en de witte bergen

Natuurlijk wilden we iets van het eiland zien. En zo vertrokken we naar het noorden naar het Washington Slagbaai Nationaalpark. Een 6000 ha groot park dat is opgericht wegens natuur en landschappelijke schoonheid. Een mooie route langs de kust bracht ons naar de ingang van het park. Ook hier werd weer een verplichte donatie verwacht. In ruil daarvoor mochten we over bijzondere mooi geasfalteerde wegen rijden, niet dus. Er was maar 1 soort weg en die bestond uit zand en stenen. Met een gangetje van 30 km p.u tuften we met ons busje, gevolgd door Joop en Riet in hun luxe auto met airco, door de cactus-sen-nij van Bonaire. Behalve heel veel verschillende cactussen zie je ook pelikanen, flamingo's en hagedissen met een heel mooi blauw staartje; blauwblauw. De tocht ging langs salina's (zilte vlakten), binnen baaien en steile heuvels en de grootste berg van Bonaire, de Brandaris. Bij Slagbaai vonden we de restanten van een bouwsel welk door de storm verloren is gegaan. Een bijzonder mooi stekje om even te genieten van de zee en de vogels, want in de zoutpan vlak bij de zee stonden de grote roze vogels, jawel de Caribische flamingo's.
Behalve in het noorden, zijn we ook in het zuiden geweest. In het zuiden zijn de witte bergen te zien, witte bergen van puur zout. Enorme zoutpannen die aan weerszijden ervan liggen, dienen voor de winning van zout. De hoge zoutconcentratie kleuren het water roze, en geeft een mooi contrast. Behalve dat het toeristen aantrekt, zijn flamingo's er ook gek op. Deze flamingo stelt echter wel hoge eisen aan  zijn omgeving. De grond moet niet te hard en niet te zacht zijn, zodat de flamingo kegelvormige nesten kan bouwen. Het voedsel moet een hoog zoutgehalte hebben, maar bovenal is rust van belang. Het pekelmeer voldoet hieraan.
Nabij het pekelmeer staan slavenhutjes. In vroegere tijden dienden deze hutjes voor onderdak aan de slaven die het zout van de zoutpannen haalden en naar de schepen brachten. In het weekend liepen de slaven terug naar hun familie in Rincon.
Ook vind je in het zuiden, bij Lac, een lagune met mangroven. Deze lagune is door koraalriffen van de zee afgesloten. Het binnenwater staat bekend om zijn reusachtige karko's (strombius gigas) een slak met een enorme schelp die op de bodem van dit meer leeft. De slak heeft ongeveer een lengte van 30 cm en dient als voedsel. Bij Cai tref je enorme bergen met deze schelpen aan, een souvenir is hier uitgesloten!  



Hilma Hooker en Karpata

Een aantal duiken hebben we gemaakt op de William Express, of bij velen bekend als Hilma Hooker. De Hilma Hooker is een vrachtschip die is 1984 afgezonken nadat bekend was geworden dat deze is gebruikt voor drugsmokkel. Het wrak ligt op zijn zijkant tussen het dubbelrif van Salt City en Alice in Wonderland op een diepte van 30 meter. De bovenkant ligt op 17 meter diepte. De eerste keer zijn we via de boeien naar beneden gegaan. Via de voorkant zijn we langs de ruimen naar de achterkant gezwommen. Grote open ruimen waar je rustig even een kijkje kan gaan nemen. Het wrak is nog weinig begroeid, maar her en der staan paarse en gele sponzen, keurig geschikt als een boeketje. In het ruim , hoorde we zeggen, moest een murene te zien zijn, helaas niet gevonden. Wel zwommen grote tarpons met ons mee. Hoewel er niet veel leven was, vonden we deze duik zo leuk dat we hem nog een paar keer hebben over gedaan.
Een andere duikstek die veel indruk op ons heeft gemaakt was Karpata. Deze duikstek ligt vlak bij het Nationaalpark en grenst dan ook onderwater aan een beschermd gebied, waar je niet mag komen omdat er onderzoek wordt verricht. Karpata  kenmerkt zich onderwater door het glooiende landschap dat naar meer dan 40 meter diepte reikt. We duiken langs de glooiende helling om zoek naar iets wat we nog niet eerder hebben gezien. Want even tevoren werd ons verteld dat er op 15 meter een zwart-wit zeepaardje is te vinden. Een speld in een hooiberg, welnee….Met gefocuste ogen speuren we langs de wanden en …wat een geluk…gevonden! Met zijn staartje houd het zwart-wit zeepaardje zich vast aan een takje koraal en doet net of hij ons niet ziet. Mijn eerste zeepaardje……
Dat Karpata in vroegere tijden een ankerplaats was, blijkt nog uit de ankers die er liggen. Wij hebben er een gevonden. Deze was al helemaal begroeid met koraal.  



Een bijzonder visje, het monster en het afscheid

De dag begon voor sommigen al vroeg met een verkwikkende duik de Caribische zee. Even een baantje trekken van 20 minuten werd al gauw een prettig begin van de dag. Daarna stond ons een Amerikaans ontbijt te wachten en dat lieten we ons goed smaken. Tijdens het ontbijt werd dan meestal besproken wat we die dag gingen doen, iets bezichtigen, duiken, luieren of duiken.
Duiken op Buddy Reef was relaxed. Vandaag besloten we op zoek te gaan naar een visje, yellow head jawfish. We hadden ze al eens eerder gezien, maar ons werd verteld dat het mannetje de eitjes in zijn bek bewaard. Dat was iets wat we nog niet hadden gezien. Deze jawfish is niet groter dan 10 cm. Als je te dicht bij komt dan verschuilt hij zich in het holletje dat hij zelf heeft gemaakt. Maar als je even geduld hebt dan komt hij naar buiten en blijft hij boven zijn holletje dansen als een danseresje in een wit gewaad. Dat is het moment waarop je het mannetje met de eitjes kan zien. Met zijn bek opengesperd en vol met grijze eitjes kijkt hij in het rond.
Een enorm contrast met dit visje was de ontmoeting met de grootste murene die we tot nu toe hebben gezien. Verscholen tussen een rotsblok zat een grote, grote, groene murene. Zijn bek wijd open en vervaarlijk glinsterende ogen leken te zeggen:" kom niet dicht bij want ik eet je op". Hoewel hij eigenlijk niets deed, had je er wel ontzag voor.

Als we niet het appartement gingen eten, dan waren we meestal bij het "Dock of the Bay Restaurant" om de avond af te sluiten. Vaak onder het genot van een lekker Cocktail of the Day. Ja, zo er een einde aan de dag komt, komt er ook een einde aan de vakantie. Bonaire is vooral een duikeiland, maar je kan er ook het een en ander bezichtigen aan natuurschoon. Vogelliefhebbers kunnen hier hun hard ophalen. Van winkelen en uitgaan moet je niet veel voorstellen, want Kralendijk city is een kleine winkelstraat met een paar winkeltjes en restaurantjes. Is dit het is wat je zoekt en houdt je van zee, wind, zon en duiken dan kan je perfect op Bonaire op vakantie gaan.


Gerrit en Charlotte
Oktober 2000