"LOOK FOR THE SMALL STUFF!"

MICROFOCUS MET MACRO GEVOLGEN

In juli-augustus 2006 besloten wij, Dick, Wilco & Carolien de Lange en ondergetekende, naar Maleisisch Borneo te gaan. “Jullie zijn gek!”, reageerde de geschrokken familie: “Daar zitten koppensnellers!!” Dat klopt inderdaad, maar ze zijn gelukkig niet meer zo actief hierin, zodat wij nog steeds enigszins intact zijn (oeffffff…)

Maleisië heeft geweldige verassingen onder water en één beroemdste daarvan is Sippadan. Door een ongelukkig (?) toeval ging dat niet door, maar het reisbureau had een waardig alternatief: Layang Layang. Dat betekent “zwaluwen” in het Maleis. De titel begreep ik niet helemaal, want ik heb één zwaluwtje gezien en die werd een paar dagen later door een kat gegrepen. Katten heb ik er daarentegen wel vaker gezien. Niettemin betreft het een leuk eilandje ten noorden van Borneo in de Zuid-Chinese Zee. Eigenlijk is het een soort atol, de kraterring van een oude enorme vulkaan die in de oertijd had besloten weer af te dalen. Een stukje rand steekt nog steeds boven water uit en vormt het eilandje, dat zo een iets langgerekte vorm heeft.

De reis er naar toe was heel enerverend. Eerst werd je gewogen sámen met je bagage. Ohoh, nou ging ik voor de bijl, al dat lekkere eten hier en die lekkere foute rum-colaatjes.. Het voordeel was wel dat ik door mijn eigen foute gewicht misschien het heel erg foute gewicht van de bagage maskeerde… De essentie van deze confronterende aangelegenheid bleek echter heel praktisch: men wilde gewoon het gewicht in het vliegtuig(je)  zo goed mogelijk verdelen.

Onderweg in de lucht voltrok zich een metereologische verandering, die zich vervolgens ontaardde in een klein rampje. We vlogen regelrecht een typhoon in en men bedenke wel dat we in zo’n klein dinky-toy vliegtuigje zaten. Geweldig. Het landen had wel iets van een schietwedstrijd voor blinden, no guts no glory. En uiteraard, het schoot me ineens te binnen dat ik wel eens naar van die programma’s keek als “Air Crash Investigation” of “Seconds from Disaster”. Héél bemoedigend op dit moment…

Hulde aan de bemanning want we kwamen levend en wel aan de grond, al duurde het nog wel even voordat we het vliegtuig uit kwamen (de ergste slagregens die je ooit hebt meegemaakt, ik geloof dat we zoetwaterduiken gaan maken hier…). Zeiknat kwamen we op het resort (heel mooi), alwaar we druipend een welkomstdrankje kregen aangeboden, dat ik rillend opzoog (extreme airco). Cool.

EDEN UNDERWATER

Het absurde Fisherman’s Friend-weer bleef nog wel een paar dagen aan en zorgde voor indrukwekkende watermuren, die bij de riffen plots in hun vaart werden gestuit en zich daarna ontpopten als even indrukwekkende “pipelines”, die verwoestend over het rif donderden. Wat een natuurlijke energie! Onder water zag zoiets er eveneens magistraal uit, al ging er verbazingwekkend zuigkracht van uit..

Onder water werd duidelijk dat de combi van een duik- en marinebasis op Layang Layang een héél gelukkige is: er wordt hier namelijk tot in de wijde omtrek niet gevist en het lijkt wel of alle zeedieren dat weten. Er is hier onvoorstelbaar veel leven, van groot tot klein. Grote jongens als “bunpheads” (papagaaivissen met een bultvormig voorhoofd), grote trevalleys, maar ook kleine zeer kleurige koraalvissen. En, oh ja, er gaat geen duik voorbij of je ziet wel haaien. De meest voorkomende zijn witpunt- en grijze rifhaaien. Maar luipaar- en hamerhaaien zitten er ook, al zitten die meestal iets dieper dan de duiktabelletjes toestaan…

Schildpadden zie je hier ook regelmatig. Er zijn twee soorten, de groene en de karetschildpad. De groene kunnen hier flinke afmetingen bereiken en ik voel altijd een lichte irritatie wanneer ze zo heerlijk tegen de stroming inglijden (want het wil hier soms wel waaien onder water). Ik zit dan vreselijk te stoempen of ik de Alpe d’Huez over moet (das war einmal, oh Nostalgie..). En dan die blik uit die grote half geloken ogen, die zo irritant veelzeggend is: “Hee slome! Wat zit je nou druk te flapperen met die gekleurde vinnetjes? Moet je weer elegant doen? Straks waai je nog weg, en je weet het: next stop is Bora Bora, dan pas kun je weer naar de WC!” Spottend werd ik aangestaard door een stel grote hondstandtonijnen. Die weten álles van hydrodynamica. Ze hebben zelfs holtes in hun lichaam waar hun ingevouwen vinnen precies inpassen, om nóg sneller te kunnen racen. De tonijnfamilie is de Ferrari van alle grote (pelagische) zeevissen. Wacht jij maar, jij kloterige, glimmend opgepoetste speedharing! Ik kom jou nog wel eens tegen en dan doe jij niet meer zo bloedverziekend speedo!! Dan zit jij bij mij op een toastje, opgesierd met kruiden en tomatensaus!!! Ach, laat ook maar Ten Voorde, dat vind je niet eens lekker…

Het wémelt hier werkelijk van prachtig en klein leven, poliepen, mooi gekleurde garnaaltjes in modieus bijpassende anemonen etc. We hebben ook nog leuke grondeltjes (gobi’s) in de aanbieding, gratis home-shrimpje erbij. Die leven samen gezellig in een holletje. De grondel staat op wacht (goede ogen, geen gevoel voor het huishouden) en de garnaal doet aan home-improvement (slechte ogen, maar wel gevoel voor stijl en vormgeving). Bijna net een oud Hollands burgerpaartje op de camping van Bos en Dal. Oh, wonderlijke symbiose…

Fotografen met gevoel voor microdetails kunnen hier hun lol wel op. Onze duikgids (met een microscopisch gezichtsvermogen) benadrukte dat. Hij wees op het feit dat we de enorme gorgonen af moesten scannen. Hij zei: “Look for the small stuff!” en dat zou een understatement worden…

Natuurlijk lookten we for de small stuff, en we vonden het ook! Knaloranje pygmee-zeepaardjes in een giga rode zeewaaier, okee dan!! Erg vriendelijk van ze om hun oranje outfit aan te trekken, zo vallen ze tenminste op. Héél anders dan die roze gepukkelde minikrengen in Lembeh Street, waar je staar van op je ogen krijgt om ze op te sporen… Op zo’n 35m diepte gebeurde er echter iets wat mijn zelfvoldaanheid omtrent oranje zeepaardjes ruw onderbrak. Iedereen werd spontaan “bananas”. What the f… Jééééézus!!! Ik kreeg een acuut gebrek aan neurotransmitters, mijn synapsen brandden terstonds door! Ik kon niet geloven wat mijn ogen signaleerden: een walvishaai!!! Zo maar, out of the deep, out of the blue. Mij centrale zenuwstelsel heeft mij definitief verlaten begreep ik. Wat een gewéldig dier! De vlekpatroontjes op de blauwgrijze huid, de metallic lichtgrijze onderzijde, de richels op de zijkanten en de oh zo machtige staart. Het was een jonge wijfjeshaai en ze was héél nieuwsgierig, ze zwom zelfs rondjes om ons! Wie bekeek nou wie? Zó groot, en wat weten we eigenlijk nou over hen? Bitter weinig. De Latijnse naam luidt rhincodon typus. Men neemt aan dat ze ovovipaar zijn. In het lichaam van vrouwelijke dieren heeft men eikapsels gevonden van 75-80 cm lang met daarin ontwikkelde embryo’s. De ongeboren jongen lijken precies op de volwassen dieren en het maximale aantal eikapsels dat gevonden is, is acht. Ze komen in alle wereldzeeën (niet in de Middellandse Zee) voor, meestal op tropische breedtes. Soms worden ze in aantallen gevonden, meestal solitair. We kennen een paar migratieroutes waar ze geregeld langs komen, of een paar riffen die ze eens per jaar aandoen i.v.m. het sporen van het koraal (bv. Ningaloo Reef in Australië, Belize in Zuid-Amerika, Mozambique in zuidelijk Afrika). Daarna verdwijnen ze weer in the Deep en we weten niet eens waar. Van reuzenhaaien weten we dat wel, en we weten zelfs dat de zeefinstallaties in de kieuwen dan afsterven, zodat we kunnen opmaken dat ze geen plankton eten. Misschien wel helemaal niet eten. In hoeverre dit ook voor walvishaaien geldt, weten we niet, al lijkt het wel waarschijnlijk. Walvishaaien leven van zoöplankton en filteren dit met een speciaal zeef-weefsel in hun kieuwen uit het water. Een beetje walvishaai kan zo’n 1500-1800 liter water per uur zeven. Ze worden maximaal 18m lang, maar meestal halen ze dat niet (meer), aangezien er op ze wordt gejaagd, door bepaalde landen waarin men meent dat de vinnen potentieverhogend werken.. Ze kunnen 4000-5000 kg zwaar en ouder dan 100 jaar worden!! Verder hebben ze zo’n 2000-3000 kleine rudimentaire tanden in hun bek, een overblijfsel uit een ver verleden met een ander dieet waarschijnlijk…

Terug op de boot hadden we allemaal ADHD. En dat zou voorlopig niet meer overgaan, ook al omdat we een paar dagen dezelfde (!!) walvishaai zagen, maar dan op een andere duikstek! Het een en ander werd nog verergerd door andere “giga’s”. Van “pygmee-manta’s” (mobula’s: een kleinere manta van 1-2 m) tot de echte reuzenmanta of duivelsroggen (van punt tot punt 3-6 m). En vliegend tapijt onder water, citaat Wilco: een vliegdekschip. Fantastisch, hoe gracieus ze door het water gleden, de donkere antracietkleurige bovenkant en de metallic witgrijze onderkant. De “horentjes” soms opgerold tot ‘duivelachtige’ horens, dan weer helemaal uitgevouwen, mond open en…filteren maar! Want dit zijn ook filterfeeders. En ook hier weten we niet zo veel van. Waarschijnlijk lijkt hun levensloop een beetje op die van de walvishaai.

Wat een vakantie! ’s Avonds zaten we natuurlijk weer aan de rum-colaatjes. En de W-haaien en de M-roggen groeiden steeds meer in afmeting. Natuurlijk, bij een gedegen evaluatie zie je de dingen steeds scherper en in de juiste proporties. Sam, onze wat verlegen duikgids, brak zowaar wat los. Hij bekende: “You know, my grandfather, he was a headhunter, will you forgive me?” Ik moest wel, want ik moest ook iets bekennen: my grandfather was namelijk een whalehunter, op de Heemskerk, achter het harpoen… (ik probeer mijn Karma te redden door een lidmaatschap van Greenpeace…). Sam vergaf het me.

En zo kunnen we terugkijken op een geweldige vakantie, waarbij ik Wilco wil bedanken voor alle organisatie en Carolien voor de foto’s (mijn Coolpixje is wijlen, snik, snik). En natuurlijk Dick, voor alle gesjouw met al dat spul van mij en bovenal voor het aanhoren van mijn briljante en wetenschappelijke uiteenzettingen….


Brigitte ten Voorde
- Alle Dagen Heerlijk Duuken -